Einde van de race (voor nu) – en ja, deze blog hadden jullie nog van mij tegoed

03-07-2025 | 12:19

Waarom juist vandaag? Omdat mijn cover van Runner’s World vanaf vandaag in de winkel ligt. In dat nummer lees je mijn hele verhaal. Hoe ik leef, train en ren met type 1 diabetes. Maar hier, op mijn eigen plek, neem ik jullie nog één keer mee in de weken rondom die twee magische (en loodzware) marathons. Een persoonlijk slotstuk van een intens hoofdstuk.

 

Inmiddels zijn we ruim 2,5 maand verder sinds de Boston én London Marathon. Pas een paar weken geleden liep ik weer een rondje waarbij ik dacht: “Dit voelt lekker.” De weken daarna heb ik wel af en toe gelopen, maar zeker niet veel. En eerlijk is eerlijk: mijn motivatie was helemaal weg. Mijn benen voelden nog zwaar en steeds vaker dacht ik: waarom eigenlijk?

 

Maandenlang had ik toegeleefd naar die marathons. En dan is het ineens voorbij. Het vaste ritme van drie keer per week trainen mis ik enorm. Net als de houvast, het doel, de structuur. Maar ik was óók ontzettend opgelucht dat het erop zat. Want die laatste weken waren pittig.

 

De aanloop naar Boston

In mijn vorige blog schreef ik al dat de weken voor de marathon niet soepel liepen. Ik kwam niet tot rust, sliep slecht en mijn glucosewaarden waren all over the place. Mijn schema werd aangepast, steeds meer trainingen verdwenen. De stress bouwde zich op. Ik wilde zo graag fit en voorbereid aan de start staan. Mentaal had ik me maandenlang klaargestoomd voor twee marathons in zes dagen — pijnloos, strak, gecontroleerd. Maar ineens sloeg de twijfel toe. Toch was opgeven geen optie. Dat zit niet in mij.

 

Op donderdag 17 april vloog ik naar Boston. De marathon was op maandag, dus ik had nog 3,5 dag in de “waiting game”. Niet te veel bewegen, proberen te slapen. Op zaterdag raakte ik gefrustreerd. Mijn glucosewaarden waren veel te hoog en op een gegeven moment ben ik door het trappenhuis gaan rennen om ze naar beneden te krijgen. Pure wanhoop. Mijn humeur? Allesbehalve gezellig.

 

Gelukkig maakte de sfeer in Boston veel goed. Iedereen liep daar met z’n marathonjack, alles draaide om die race. Het begon al bij het ophalen van het startbewijs op de expo — een magische plek, vol lopers die maanden of zelfs jaren naar dit moment hadden toegewerkt.

 

Race day: Boston

Maandag. Het was zover. Zat die sub-4 uur erin? En: zou ik hierna überhaupt nog kunnen lopen?

 

Ik had me goed voorbereid op het parcours: de eerste 10 km naar beneden, dan 15 km vlak, daarna 10 km klimmen (inclusief heartbreak hill), en tot slot afdalen naar de finish. Het strenge advies van mijn coaches Gert-Jan en Ida: “Ren jezelf niet kapot, zondag moet je nog een keer.”

 

Maar die eerste 10 km vielen tegen. Het parcours was smal, druk, technisch lastig. Mijn hartslag kreeg ik nauwelijks onder controle. En toen kreeg ik ook nog de melding: “No signal” — mijn glucosesensor werkte niet meer. Blind varen dus. Ik kreeg honger, misschien een teken van een lage glucose. Alles beter dan een hypo, dus ik nam een gelletje, op hoop van zegen.

 

Het vlakke stuk daarna ging goed. Maar toen kwamen de heuvels. Bij km 25 begon de eerste. Mensen om me heen begonnen te wandelen. Maar ik had mezelf beloofd: niet wandelen. Dus ik liep door. Heuvel 1, 2 en heartbreak hill — die laatste was echt slopend. Iedereen leek te stoppen, maar ik bleef rennen. Mijn hartslag door het dak, maar ik haalde het. En ik zag: die sub-4 uur zit er nog steeds in.

 

Ondertussen begon mijn lichaam te protesteren. Mijn bovenbenen brandden. Ik kreeg weer signaal op mijn sensor, glucose boven de 20. Ik besloot voor het eerst tijdens een marathon insuline te spuiten. Snel aan de kant, spuiten, weer door. Vanaf km 32 wist ik: ik ga het halen. En 1 km voor de finish zette ik alles op alles. De eindsprint. Eindtijd: 3:58. Wat een moment. Wat een prestatie. En toch… dacht ik meteen: ik moet dit zondag nóg een keer doen.

 

London bound

Dinsdag vloog ik terug naar Amsterdam, woensdagochtend kwam ik aan. Geen slaap, wel spierpijn. Woensdag en donderdag draaiden volledig om herstel: massages, fietsen, ontspannen.

 

Vrijdag vloog ik door naar Londen. Daar stond mijn familie en vriendinnenteam klaar — mijn grootste supporters. Wat een cadeau om zó aangemoedigd te worden. Ook in Londen ging ik naar de expo en haalde daar mijn startbewijs en six star finisher bewijs op. Een mijlpaal.

 

Zondag was het zover. De sub-4 ambitie zat nog steeds ergens in mijn achterhoofd, maar ik was ook realistisch: ik had het in Boston al gehaald, het was warm in Londen, en de druk was eraf. Mijn benen voelden Boston nog goed. Dus het doel was vooral: verstandig lopen en uitlopen. Ik begon rustig. Eén voet voor de ander. Niet zeuren. Gewoon gaan. De sfeer in Londen was magisch. Duizenden mensen langs de kant, overal aanmoediging en energie. En ik haalde het — geen PR, maar wél mijn één-na-snelste marathontijd ooit.

 

Glucosewaarden? Weer verre van perfect. Maar ik heb het gedaan: twee marathons in zes dagen.

 

Daarna…

Die maandag daarna begon het “normale leven” weer. Geen schema’s, geen slaapdruk, geen strakke focus. Weer ruimte voor spontaniteit. Maar nu, weken later, mis ik die structuur. Dus ik ga weer starten. Want ik heb doelen nodig. Iets om naartoe te werken.

Wat het volgende wordt? Dat weet ik nog niet. Een ultra misschien? Of toch weer een marathon, maar dan op snelheid? Onder de 3:45?

 

Wat ik wél weet: je kunt zoveel meer dan je denkt. Steeds een beetje je grenzen verleggen, en je blijft jezelf verbazen. Een marathon lopen is niet alleen fysiek — het is ook mindset. Iedereen komt onderweg “de man met de hamer” tegen. Of, zoals David Goggins het zegt: “The inner bitch.” Maar als je die verslaat, kun je de wereld aan.

 

 

Bewustwording als winst

Hoewel ik mijn streefbedrag uiteindelijk niet heb gehaald, geloof ik oprecht dat ik iets anders heb bereikt wat minstens zo belangrijk is: bewustwording. Ik hoop dat ik met mijn verhaal heb laten zien wat het écht betekent om te leven met type 1 diabetes. Dat het niet simpelweg “een paar prikjes” zijn of iets waar je “prima mee kunt leven” als je maar gezond eet en sport. Het is een continue balans, dag en nacht, ook — en juist — als je marathons loopt. Als ik daarmee zelfs maar een paar mensen aan het denken heb gezet of beter heb laten begrijpen wat type 1 inhoudt, dan voelt dat als winst.

 

Tot slot…

Een enorme dankjewel aan iedereen die mij de afgelopen maanden heeft gevolgd, aangemoedigd, gesteund en gedoneerd. Jullie support was zo bijzonder!

 

En… mocht je meer willen lezen over mijn verhaal, diabetes, mindset, en twee marathons in zes dagen: de nieuwe Runner’s World ligt vanaf vandaag in de winkel. Ik sta op de cover (hoe bizar?!) en mijn hele verhaal lees je binnenin.

 

Liefs, Suzanne